© 2008 2Brothers2Africa
De laatste dag in het Sahara-
We krijgen aanwijzingen van de gids hoe we moeten rijden. Het
mag helaas niet baten, we komen weer vast te zitten. Lostrekken maar weer.
Eenmaal op het strand aangekomen moeten we wachten tot het eb is. Het devies is niet
stil te komen staan op de waterlijn of op het waterige zand, want dan wordt de auto
gelijk vastgezogen en dan kan zelfs een 4x4 je niet meer lostrekken. Dan is het gewoon
over en uit.
Ook over het strand rijden is niet bepaald gemakkelijk door het afwisselend natte en droge zand, maar ook de vele zandopstuivingen die werken als een flinke verkeersdrempel. Knal daar maar eens met 60 km/u overheen. Het gevoel dat alle 4 wielen los van de grond komen.
Het is flink doorrijden en regelmatig gas los of vol in de remmen om niet te gaan
vliegen.
We raden deze reis dan ook maar af voor mensen met wagenziekte, hoogtevrees,
een zwak hart en hoge bloeddruk
Heel vermoeiend rijden is het, maar ook heel spectaculair. We filmen er flink op los.
Na een kleine 60 km over het strand moeten we eraf omdat er vissersboten afgemeerd
liggen waarvan de lijnen tot ver op het strand liggen.
En weer moeten we door een
strook heel mul zand om van het strand af te komen. De gids neemt het stuur van Andre
over en denkt de klus wel even te klaren. Niet dus, hij rijdt de auto muurvast en
het graven en duwen kan weer beginnen. Die laten we maar niet meer achter het stuur,
want dit is de tweede keer dat hij onze auto vast rijdt door onbenullig gedrag.
We staan nu midden in een dorpje en algauw worden we omspoeld met kinderen uit het
dorpje die bedelen om een cadeautje. We krijgen het dringende advies niks uit te
delen omdat we dan anders door de kindermenigte niet meer wegkomen.
Dit is iets wat
we al vele malen eerder hebben gemerkt, de tamtam werkt razend snel inde kleine dorpjes
of in de buurt waar kinderen rondlopen. Het begint met twee, je deelt wat uit en
voor jet goed en wel beseft wordt je door een kindermenigte overrompeld.
De armoede
en het verval zijn schrijnend om te zien. Marokko was erg, maar Mauritanië is nog
een graadje erger lijkt het. Deze mensen hebben echt bijna niks.
Desondanks valt het
op dat de meisjes en vrouwen er in hun traditionele klederdracht heel verzorgt uitzien.
De mannen en jongetjes lopen veelal in lompen rond.
De rit wordt vervolgd over een slechte gravelweg en daar krijgen we onze eerste pech, een lekke band. Dat komt nu wel heel slecht uit, want de groep heeft haast om voor het donker aan te komen op de overnachtingsplek. We proberen het eerst met flink oppompen om weer snel verder te kunnen rijden, maar algauw staan we weer stil. Wiel verwisselen dus maar!
Daarna in een flink tempo tot de volgende stop, waar we als groep verder moeten. We rijden een nationaal park binnen waar uiteraard weer voor betaald moet worden. We blijven de knip trekken op deze manier.
De weg is redelijk begaanbaar en algauw komen we in de buurt van een dorpje, waar een camping zou moeten zijn. Van een andere groep die ons voor was, horen we dat er een dode ezel ligt te rotten midden op het kampeerterrein. Daar gaan we dus niet staan.
Als we ons bivak dan maar opslaan op het strand, duurt het niet lang of de “dorpsoudste”,
een vrouw met een lange sigaar op de lippen, meld zich met het verhaal dat we moeten
betalen voor de plek op het strand. Anders waren we niet welkom.
Na een fikse discussie en onderhandelingen tussen onze gidsen en de afvaardiging uit het dorp wordt er een prijs bepaald. Er wordt geld ingezameld en algauw blijkt dit meer te zijn dan het gevraagde bedrag. Het dorp is blij, wij blij. Met de mededeling dat we nu heel welkom zijn keren onze gidsen terug naar ons bivak. De auto’s zijn voor de veiligheid in een grote kring opgesteld en de tenten kunnen worden opgezet. Eten koken maar weer. Voorraad genoeg.
We blijven nog even gezellig naborrelen met ons vaste clubje en duiken daarna ons
nest in, want het is elke ochtend vroeg opstaan.